Als ik met jongeren praat over actuele economische en maatschappelijke ...

Door Willem Landman 6 jul 2025

Nou en…

Als ik met jongeren praat over actuele economische en maatschappelijke ontwikkelingen, schrik ik met enige regelmaat van de toon die mijn jeugdige gesprekspartners aanslaan. Natuurlijk niet iedereen, wel velen. Iedere generatie klaagt vanzelfsprekend over de tijd waarin zij leven, maar met name de onverschilligheid onder de huidige jongeren is groot.

Indien ik vraag naar het waarom van hun onverschilligheid krijg ik een stortvloed van oorzaken over me gestort. Die ik soms, zo moet ik toegeven, wel begrijp. Wat voert de jeugd zoal aan? Het is bijna onmogelijk om als jongere passende huisvesting te vinden. ‘Nog eergisteren hoorde ik van een jong stel dat voor een onnoemelijk hoog bedrag een huurflat had gevonden. Eind van de week zou de borg betaald moeten worden en konden zij de sleutels krijgen, toen de verhuurder plotsklaps meedeelde dat hij afzag van het – nog niet door hem ondertekende – contract en de flat te koop zette.’
‘Heb je medisch gezien wat in dit land dan ben je de klos. Niets ten nadele van de mensen die in de zorg werken, maar voordat je aan de beurt bent duurt maanden.’ ‘De inflatie neemt schreeuwend toe, waardoor het leven steeds onbetaalbaarder wordt.’ De eenzaamheid neemt toe. ‘Van de tien die ik ken, heeft één stel een relatie (maar geen huis, zie boven) en acht proberen via datingsites een partner te vinden. Blijkbaar komen ze elkaar niet meer op een normale manier tegen.’ De grimmige buitenwereld. Vanzelfsprekend zijn zaken die ons allen raken (Trump, Gaza en Oekraïne) belangrijk,
maar in de nabijgelegen uitgaansstad ‘wordt iedere week wel iets opgeblazen en/of is er een schiet-of steekincident. Tijdens de laatste kermis fouilleerde de politie grote groepen jongeren. De oogst
stond op een trieste foto in de krant: messen, schroevendraaiers, boksbeugels en twee pistolen. En dat voor een gezellige avond.’
And last but not least: het totale gebrek aan vertrouwen onder grote groepen jongeren dat de politiek voor een oplossing van de problemen gaat zorgen. ‘Ze zijn meer met zichzelf en elkaar bezig dan dat ze werken aan een oplossing’, is een veelgehoorde klacht.
Nogmaals iedere generatie heeft wat te klagen. Mijn generatie had ook te maken met woningnood en werkloosheid, maar wat mij het meeste opvalt aan de huidige generatie is de onverschilligheid. Ik
weet niet wie met de spreuk begonnen is, maar bijna iedereen haalt zijn schouders op als ik vraag of dit alles ze niet enorm dwarszit en zegt: ‘Het is wat het is.’

De grote filosoof en historicus Bertrand Russell zei ooit dat niet onwetendheid, maar onverschilligheid het grootste kwaad is. Hier ligt een schone taak voor het onderwijs. In diverse beschouwingen  over de rol van de leraar wordt immers al sedert de Griekse oudheid geschreven over onze taak in deze.

In Plato’s visie speelt de leraar een cruciale rol. De leraar is niet slechts een overdrager van kennis, maar een gids die de leerlingen helpt om de waarheid zelf te ontdekken. Plato beschouwde de dialoog, zoals gepresenteerd in zijn eigen werken, als de ideale onderwijsmethode. Onderwijs is dan een interactief en communicatief proces, waarbij de leraar de leerling uitdaagt en stimuleert om zelfstandig na te denken, te redeneren en betrokkenheid te vergroten.

Voor Aristoteles was het uiteindelijke doel van onderwijs niet alleen het overdragen van kennis, maar ook het bevorderen van deugd, het ontwikkelen van het karakter en het cultiveren van ethische en morele kwaliteiten, zodat individuen niet alleen bekwaam, maar ook moreel verantwoordelijke en betrokken burgers zouden kunnen worden.

Eén van de latere grote denkers tenslotte, Rousseau, zag onderwijs niet alleen als een middel om academische kennis over te dragen, maar ook als een manier om kinderen voor te bereiden op een leven van deugdzaamheid en maatschappelijke betrokkenheid. Hij benadrukte dat onderwijs moet bijdragen aan de ontwikkeling van ethische en sociaal-bewuste burgers.
Dus bij deze ten strijde tegen de onverschilligheid! Het beste en het mooist wordt dit wellicht door de dichter Hans Kuyper onder woorden gebracht in zijn gedicht Twee woordjes:

Ik heb ze zelf wel eens gezegd.
Vaak zat. En even zovele keren
er spijt van gehad.
En ik word hels als
mijn jongens ze gebruiken

Niet dat ze lasterend zijn,
of plat, iemand beledigen –
verre van dat.
Maar ik word hels als
mijn jongens ze gebruiken.

Afzonderlijk zijn ze onschuldig
als wat. Ze komen wel duizend
keer daags op je pad.
Toch word ik hels als
mijn jongens ze gebruiken.

De meest harteloze,
rotste, zieldoorsnijdend botste
dodelijkste woordjes die ik ken:
nou en.

Willem Landman is gedragseconoom met als specialisatie beleggingsadvies en financieel gedrag, auteur/publicist en wetenschappelijk onderzoeker.

Nog geen reacties

Schrijf een reactie
Naar het blog overzicht