‘Hoe we de school heruit kunnen vinden.’ Dat is de titel van een opiniestuk ...

Door Dirk van Damme 14 mrt 2022

Het onderwijs opnieuw uitvinden

‘Hoe we de school heruit kunnen vinden.’ Dat is de titel van een opiniestuk in dagblad De Morgen door onderwijsspecialist Dirk Van Damme. De huidige school kreeg vorm in het industriële tijdperk en heeft veel kenmerken van de industriële organisatie, inclusief standaardisering en bureaucratisering. Past die school nog bij de postindustriële samenleving?

Scholen behoren tot de oudste instituties van de menselijke beschaving. De leerplichtwet, quasi universele participatie en verdere professionalisering van leren hebben tot het huidige type school geleid. Dit type bestaat al twee eeuwen, reden waarom we het als universeel en tijdloos ervaren.

Kwaliteitsdaling

Hervormers probeerden de school al anders in te richten. De muren tussen school en samenleving werden gesloopt. Deze vernieuwing heeft echter niet gebracht wat ervan verwacht werd. Hoofdoorzaak: een falende alternatieve pedagogische theorie. Tegenover kennisoverdracht, memoriseren en leraar gecentreerd onderwijs plaatste de ‘nieuwe schoolbeweging’ progressief geachte uitgangspunten: de leerling gecentreerd, zelf ontdekkend leren, met de leraar veeleer als coach dan als instructeur. Via het sociaal-constructivisme kregen deze ideeën vaste voet op de lerarenopleidingen, en in alle haarvaten van het onderwijs. Maar het ‘nieuwe leren’ bleek een te naïef-optimistische visie op leren. Vernieuwingsdrang heeft de effectiviteit van het onderwijs grote schade toegebracht. En is mede verantwoordelijk voor de kwaliteitsdaling van westerse onderwijssystemen. Naarmate de wetenschappelijke kennis over leren vordert, is de aandacht in ons onderwijs opnieuw naar kennisoverdracht en de rol van de leraar verschoven, weg van het zelf ontdekkend leren.

Conservatieve revival

De ‘industriële school’ is aan een conservatieve revival toe. Maar dat geldt niet voor de professional van die school: de leraar. Veel landen kampen met lerarentekorten. Van de broodnodige hervorming en herwaardering van de loopbanen, opleidingen of beloningen van leraren valt bitter weinig te merken. Maakten vernieuwing en bureaucratisering het beroep onaantrekkelijk, of is het de filosofie van de industriële school zelf – die de leraar als uitvoerder van elders ontworpen taken ziet – die bijdroeg tot de devaluatie van de leraar?

Schoolmoeheid en demotivatie

De coronapandemie heeft iedereen opnieuw naar de oude vertrouwde school doen verlangen. Maar het enthousiasme dekt belangrijke problemen toe. Scholen functioneren verre van optimaal. De pandemie maakt duidelijk dat scholen gestandaardiseerd en op routine werken, waardoor storingen zware gevolgen hebben voor het functioneren van de school. De meer fundamentele problemen van de industriële school lijken vergeten te zijn: een veel te grote groep jonge mensen verlaat school vroegtijdig en ongekwalificeerd. Het onderwijs reageert met het verlagen van standaarden. Voor veel jongeren is de mal van de school te beklemmend, met schoolmoeheid en demotivatie tot gevolg. Door de uniforme benadering in beleid en praktijk worden grote delen van de scholeninfrastructuur, met name het technisch en beroepsonderwijs, stiefmoederlijk behandeld. Het schoolbestel is op de gemiddelde leerling afgesteld. De kwaliteit van het schoolse leren gaat in snel tempo achteruit. Steeds meer lestijd gaat verloren aan klasmanagement. Het taaie probleem van sociaal ongelijke onderwijskansen krijgen we maar niet onder controle. De industriële school kan geen mooi palmares voorleggen.

Krachtige leeromgeving ontwikkelen

De coronapandemie dwingt ons om de school opnieuw uit te vinden. Positieve ontwikkelingen die we nu zien, kunnen bouwstenen zijn voor de school van morgen. Ontscholing noch zelf ontdekkend leren zijn daarbij een kompas: er is geen alternatief voor de school als krachtige leeromgeving. Maar de problemen eigen aan de industriële school moeten wel aangepakt worden:

  • Standaardisatie en routines inruilen voor flexibilisering en maatwerk. Op school moeten regelgeving, irriterende regeldruk en betutteling drastisch teruggedrongen worden. Maatwerk en gepersonaliseerd leren zullen richtsnoer moeten zijn. Klassikaal onderwijs blijft behouden: leerlingen in grote groepen samenhouden met waar nodig flexibele trajecten op individuele maat.
  • Rol van technologie. Het potentieel van digitalisering dient beter te worden benut. Dat hoeft niet ten koste te gaan van de sociale functies van de school en het verwerven van sociale competenties door leerlingen. Mits scholen kunnen werken met digitale pakketten van combinaties van klassikaal onderwijs, geïndividualiseerd contactonderwijs en zelfgestuurd afstandsonderwijs.
  • Herzie de verhouding tussen school, gezin en andere leef- en leeromgevingen. Voor sommige kinderen is de school de veilige haven die ze thuis niet hebben. Voor anderen is de school een beklemmende omgeving. De muren die de industriële school tussen zichzelf en de omgeving heeft gebouwd, moeten worden afgebroken.
  • Herwaardeer de rol van de leraar. De leraar als centrale ingenieur van onderwijsleerprocessen. De school van morgen zal niet zonder een veel sterkere en meer geprofessionaliseerde leraar kunnen. Een leraar die over noodzakelijke vaardigheden voor directe instructie beschikt, evenals voor het ontwerpen van een digitale leeromgeving en het vermogen om leerlingen te sturen in hybride omgevingen. De leraar dient zich te bevrijden van de knoet instructies van bovenaf en ongebreidelde bureaucratie.

Van Damme is gewezen onderwijstopman bij de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) en nu senior research fellow bij het Center for Curriculum Design in het Amerikaanse Boston. Dit opiniestuk is eerder gepubliceerd in Vlaams dagblad De Morgen (03/01/2022).

Nog geen reacties

Schrijf een reactie
Naar het blog overzicht